Linda Vermeulen -
De Bondgirl van de Bijenkorf
Wie begin dit jaar shopte bij de Bijenkorf kreeg van verkoopsters de vraag voorgelegd: wilt u mij een cijfer geven? In de personeelsruimte stond een ‘wall of fame’, met daarop de meest vriendelijke medewerkers op basis van klantbeoordelingen. Sinds april is dat verleden tijd. De medewerkers kwamen ertegen in opstand, de bedrijfsleiding ging overstag.
Steun aan deze actie kwam van FNV-bestuurder Linda Vermeulen (1978). Een ‘bondgirl’ noermt ze zich. Zij hoort bij de lichting jonge vakbondsbestuurders die wèl van Twitter en Facebook gebruik maakt. Wat inspiratie door illustere voorgangers niet in de weg staat. Haar grote voorbeeld is Alida de Jong (1885-1943), kostuumnaaister bij de Bijenkorf (!), eerste bezoldigde vrouwelijke vakbondsbestuurder (Bond van de Kleedingindustrie) en in 1943 in Sobibor omgekomen.
Linda: “Het klantbeoordelingssysteem was er al wat langer, maar de beloning werd er steeds nadrukkelijker afhankelijk van. Het paste in het beleid aan medewerkers steeds hogere eisen te stellen tegen slechtere arbeidsvoorwaarden”.
Personeel en vakbond kregen steun van een curieuze actiegroep ‘Cheeta’s in the city’, anonieme, kunstzinnige klanten. De combinatie van medewerkers en klanten was succesvol.
Het personeelsbeleid van de Bijenkorf heeft ongetwijfeld van doen met de huidige eigenaren. Sinds 2011 hoort de winkel bij de Selfridges Group, genoemd naar de prestigieuze winkel in de Londense Oxford Street, dat op zijn beurt weer onderdeel is van Wittington Investments. Ook Fortnum and Masons, waar Nederlandse toeristen marmelade kopen voor thuisblijvers die voor de katten en planten zorgen, hoort daarbij.
De nieuwe eigenaar sloot verschillende winkels en schafte de ‘Drie dwaze dagen’, af. Net als de Londense zusters richt de Bijenkorf zich nog uitsluitend op ‘het hogere marktsegment’. En daar hoort natuurlijk een hoge kwaliteit medewerkers bij.
Op zaterdag 19 oktober is het 50 jaar geleden dat toenmalig NKV-voorzitter Jan Mertens de gedenkwaardige woorden sprak: “In Nederland hebben wij te maken met een lijnenspel. De hele economie is in handen is van rond tweehonderd personen. Van een groep mensen die elkaar goed kent en elkaar frequent ontmoet. Het is een even deskundige, financieel sterke als beangstigende groep.” Linda Vermeulen ervaart dat het zwaartepunt van het ‘lijnenspel’ is verschoven naar het buitenland. Voor de Nederlandse retailsector speelt de Canadees-Britse familie Weston een grote rol. Een groot aantal neven en nichten, kleinkinderen van George Weston (1864–1924) heeft belangen over de hele wereld. In Nederland doet George Garfield (1964) de Bijenkorf en bedient neef Galen Weston (1972) met Primark, Zara en H&M ‘het lagere marktsegment’. Maar de winst is er niet minder om. De Nederlandse regering is hen daarbij behulpzaam.
Linda: “Primark maakt optimaal gebruik van perverse impulsen van de regeling ‘Lage Inkomens Voordeel (LIV), die sinds vorig bestaat. In de aanmoediging mensen een kans op de arbeidsmarkt te geven, krijgt het subsidie voor iedere medewerker op het minimumloon en een minstens 27-urige werkweek. De LIV houdt mensen op dat niveau ‘gevangen’ want als zij meer zouden verdienen, dan raakt het bedrijf de subsidie kwijt. Ik noem dit de Primark-premie. De winstgevendheid is zodanig dat ze best hogere lonen kunnen betalen.”
Kamerleden van CDA en SP verbazen zich met Linda over de LIV. Hun Kamervragen zijn afgedaan met: het is nog te vroeg voor een oordeel. En: uit privacyoverwegingen kan niet worden gezegd hoeveel van de LIV-subsidie van €500 miljoen bij de Westons terecht komt en zo in feite naar het buitenland vloeit.
Ondertussen is Linda op internet en bij veel winkels te vinden om medewerkers aan te sporen te strijden voor een goede cao en daarbij gebruik te maken van de gunstige situatie op de arbeidsmarkt.
JEROEN SPRENGER
Eerder gepubliceerd in Argus, Jaargang 2, nr 40, 16 oktober 2018