De kleine wereld van
Jeroen Sprenger


Wim Kok op de Dam, begin jaren tachtig Wim Kok op de Dam, begin jaren tachtig

 

Wim Kok (1938-2018)

1. Ik ben in de verste verte niet de intimus, waarvoor velen me houden. Op grote afstand heb ik in mijn loopbaan Wim Kok gevolgd, een enkele keer hebben we elkaar ontmoet. Maar hoe dan ook, ik heb hem altijd gerespecteerd, meer dan bewonderd.

2. Dat volgen op afstand zit als volgt. Wim Kok begon zijn vakbondscarrière bij de Bouwbond NVV, ik bij de Bouw- en Houtbond FNV. Hij stapte over naar het NVV en werd daar verbondsvoorzitter, vele jaren later werd ik Eerste Voorlichter van de FNV-voorzitter. Weer later werd hij minister van Financiën, hij was daar al weg toen ik directeur Voorlichting bij Financiën werd. Zijn politieke loopbaan eindigt als minister-president, mijn carrière als overheidsvoorlichter bij de RVD. Weinigen kennen de tijdsperiodes, vandaar dat ze denken dat er wel eens een overlap zal zijn geweest. Maar neen, dat is dus niet zo. Ik wil niet suggereren dat het mooier is geweest. We schuifelden bij gelegenheid langs elkaar, groetten elkaar, hebben een enkele keer even met elkaar gesproken, hij wist wie ik was en wat ik deed. Maar ik wist meer van hem, dan hij van mij :-)

3. Op veel plekken luisterde ik geboeid naar anekdotes over hem. Maar voel me niet geroepen die als 'eigen' naar voren te brengen. In de gesprekken die ik voerde met zijn 'leermeester Heinz Umrath' kwam hij vaak aan de orde. Zo ook met mijn eigen 'mentor' Jaap van der Linden, die met hem 'de jongens van zolder' vormde bij de Bouwbond.

4. Eén van de dingen die ik leerde is zijn betrokkenheid bij 'Het rapport betreffende de mogelijkheden tot het oprichten van een eigen bouwbedrijf”. Dit rapport, waarvan ik in 1994 ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van SDAP/PvdA een heruitgave onder de titel 'Dromen van een eigen bouwbedrijf' heb verzorgd, was het product van een studiecommissie van de drie vakcentrales en de daarbij aangesloten bouwbedrijfsbonden. In die commissie de toenmalige toonaangevende econoom van de Algemene Bouwbedrijfsbond (ANB), Heinz Umrath, en drie ‘aanstormende economische talenten’, Wil Albeda (CNV), Frans Andriessen (KAB/NKV) en dus ook Wim Kok. We kennen de uitkomst...

5. De droevigste tijd binnen de FNV was de WAO-crisis in 1991. Met de bond en de vakcentrale, samen met de andere vakcentrales voerden we actie, tot op het Malieveld. Blijf vinden dat er andere besluiten genomen hadden kunnen worden. Voor mij persoonlijk heeft het ertoe geleid dat ik - toen ik PvdA-voorzitter was in Amsterdam-Zuidoost - me nooit beschikbaar heb gesteld voor congres-afgevaardigde. Die tweeslachtigheid - als FNV-er actie voeren tegen het kabinetsbeleid en als congresafgevaardigde klappen voor de PvdA-leider - heb ik nooit kunnen opbrengen. Tot op de dag van vandaag niet.

6. Mijn belangrijkste 'relatie op afstand' met Kok is de invoering van de euro. Hij was als minister van Financiën de grondlegger van het Verdrag van Maastricht waarin de euro werd afgesproken. Niemand beseft meer dat het Verdrag voor de Nederlandse politiek een mislukking was. De minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken hadden ingezet op een verdere éénwording van de Europese Gemeenschap. Dat streven liep stuk op Zwarte Maandag, tijdens het overleg van de ministers van Buitenlandse Zaken. De Tweede Kamer was er heel teleurgesteld over. Het is nu niet meer voor te stellen. Maar Kok haalde zijn punten binnen, het was een troostprijs.

7. Als voorlichter van de FNV raak ik al betrokken bij de voorbereidingen op de euro-invoering. Die betrokkenheid leidt ertoe - althans dat vermoed ik - tot mijn verrassende benoeming als directeur Voorlichting bij Financiën. In die hoedanigheid ben ik de eerste drie jaar druk met de communicatie daarover.

8. Heb de 'opdracht' naar mijn eigen idee keurig de eindstreep over gedragen. Met onder meer een groot feest in Maastricht, van 31 december 2001 op 1 januari 2002, waarvan een diner in het stadhuis onderdeel uitmaakte. Wim Kok en zijn Rita waren daar hoofdgasten, naast vele anderen, onder wie de Nederlandse betrokkenen bij de totstandkoming van het Verdrag tien jaar eerder. Om 12u staan we op het balkon en kijken naar het vuurwerk. Zie dat hij, staande achter haar, een teder kusje op haar achterhoofd drukt... 9. Eén van de belangrijkste uitspraken die Wim Kok heeft gedaan bij zijn aantreden is: ik ben minister-president van alle Nederlanders. Het belang ervan kan niet worden onderschat. Temeer niet dat zijn opvolgers dat nooit over de lippen hebben kunnen krijgen. Het lied dat hierbij hoort, is natuurlijk Vijftien miljoen mensen, van Fluitsma & Van Tijn, Vijftien miljoen mensen / op dit hele kleine stukje aarde / die laat je in hun waarde...


Jeroen Sprenger
22 oktober 2018