De kleine wereld van
Jeroen Sprenger


Zodra het moeilijk wordt haakt het UWV af

Niet alle MKB-ers zijn negatief over de ‘participatiemaatschappij’. Er zijn er die eigener beweging, of aangemoedigd door het UWV, mensen met een beperking een plaats willen geven in hun kleine werkgemeenschap. ‘No risk’ wordt hen door het UWV voorgespiegeld. De ervaring is anders. “Nooit meer een Wajonger”, zegt een Amsterdamse fashion retailer , wijzend op een duimendik dossier. “Het UWV laat het afweten als het iets ingewikkelder wordt”, vult een registermediator aan, die aangesloten is bij de Mediatorsfederatie Nederland (MfN) en bemiddelt in een arbeidsconflict tussen een Wajonger en een werkgever.

In het Sociaal Akkoord van 2013 verplichtten kabinet, werkgevers en vakbonden zich om ultimo 2025 wel 125.000 extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking te hebben gerealiseerd bij reguliere werkgevers. Daarbij is een grote rol aan het UWV, Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, toebedeeld. Ondernemers die iemand met een arbeidsbeperking willen aannemen kunnen daar terecht.

Maar het UWV treedt ook actief op, het biedt mensen bij bedrijven aan. Na vaststelling van de mogelijkheden benadert een UWV-jobcoach een bedrijf en stelt het de werkgever een medewerker voor die daarin goed past. Risico’s voor de ondernemers zijn er niet, zo wordt het voorgesteld. Zij ontvangen compensatie voor verminderde arbeidsproductiviteit en worden ‘ontzorgd’ met instrumenten als premiekortingen, uniforme no-riskpolis, loonkostensubsidie of loondispensatie, en aanpassing van werkplekken. Zo schreef staatssecretaris Jetta Klijnsma (PvdA) tenminste vorig jaar aan de Tweede Kamer.

De praktijk blijkt stroever. Doelbewust nam de genoemde damesmodewinkel een Wajonger, een jonggehandicapte, aan. ,,Het is alsof je iemand aan het reïntegreren bent. Je geeft hem een plek in het bedrijf, biedt hem structuur in zijn dagelijkse bezigheden. En wij hebben er ogen en handen bij,” zegt de eigenaresse. Als kleine zelfstandige is zijzelf de vaste begeleider van de gehandicapte, houdt de vinger aan de pols en is diens vaste aanspreekpunt.

Na verloop van tijd komt de nieuwe medewerker echter niet meer op tijd, wordt ziek en komt vervolgens helemaal niet meer. Op dat moment komt de Ziektewet in beeld: ,,Het UWV vraagt waar het ziekengeld naar toe moet. In mijn geval naar de zaak, want die kan de medewerker dan gewoon doorbetalen. Dat is ook het minst pijnlijk voor de medewerker. Na een jaar moet ik een evaluatieformulier (de eerstejaars evaluatie) invullen. De Wajonger wordt getest op zijn ‘restcapaciteit’ en uiteindelijk wordt vastgesteld dat die niet meer aanwezig is. Hij valt helemaal terug op zijn Wajong-uitkering.”

Daarmee zou de kous af moeten zijn. Na 94 weken krijgt deze werkgeefster echter van het UWV te horen dat ze geacht wordt samen met de Wajonger een uitkering aan te vragen op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), opvolger van de WAO. “Ik krijg de opdracht van het UWV met terugwerkende kracht alsnog mijn arbodienst in te schakelen. Maar de restcapaciteit was toch nul? Het UWV dreigt echter met boetes als ik dat niet doe. Hoezo: ‘no risk’?’’

De genoemde mediator is betrokken bij een arbeidsconflict tussen een jonggehandicapte en een filiaal van een grote keten. Het UWV heeft via een jobcoach een Wajonger daar succesvol naartoe bemiddeld. Na verloop van tijd belandt deze echter in een conflict dat geen relatie heeft  met de oorzaken van de arbeidsbeperking. “Het UWV bemiddelt hier niet in. Neemt geen rol op zich, de jobcoach trekt zelfs haar handen van de zaak af. De bedrijfsarts adviseert ‘mediation’ en zo kwam ik in beeld. De werkgever stuit inmiddels op de chronische ‘onbereikbaarheid’ van het UWV.  Telefonisch contact met de juiste functionaris is moeilijk. Brieven aan mijn cliënt zijn ‘onleesbaar’.” Door het arbeidsconflict komen de werkgever en de Wajonger ook niet verder.

Het enthousiasme van MKB-ers om mensen met een arbeidsbeperking kansen te bieden is bekoeld. Zij ondervinden dat ‘tussen droom en daad’ van arbeidsparticipatie ‘wetten en praktische bezwaren’ in de weg staan. De belofte van ‘ontzorgen’ is verworden tot ergernis over gebrek aan begrip bij het UWV voor de beperkte armslag van kleinere ondernemers om daaraan invulling te geven. Zij hebben immers geen aparte afdeling Personeelszaken om te voldoen aan de administratieve lasten voor het geven van kansen aan mensen met een beperking.

Eerder gepubliceerd in Argus, Jaargang 2 nr 43, 27 november 2018

De naam van de winkelierster en de mediator zijn bij mij bekend.