Werken met behoud van uitkering
Valse start
De discussie over ‘werken met behoud van een bijstandsuitkering’ verdient een betere inzet dan die op 24 december 2013 in de Volkskrant is gepleegd. Het Amsterdamse voorbeeld is daags voor Kerstmis eendimensionaal neergezet, met als gevolg tussen slechts twee voorstanders – Hans Werdmölder en Frank Kalshoven – vele tegenstanders die schande spreken van ‘de vernedering’ die zou worden ondergaan. Dat doet geen recht aan de betrokkenen, noch de bijstandsgerechtigden, noch de medewerkers van DWI/Herstelling.
Amsterdam heeft ruim 35.000 bijstandsgerechtigden. Voor tweederde wordt de kans op werk nihil geacht. Van 2.000 wordt aangenomen dat ze op eigen kracht de weg naar de arbeidsmarkt weten te vinden. Van de overigen komen er zo’n 1.000 bij DWI/Herstelling. Zij hebben een grote maar nog overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt. De oorzaken zijn velerlei: drugs, criminaliteit, een niet voltooide opleiding, vaak een combinatie ervan. Het gewicht van zo’n rugzak aan problemen staat het zelfstandig vinden van een baan in de weg. Amsterdam laat die mensen niet doelloos thuiszitten of op straat rondhangen, waar ze niet zelden – zoals de Top 600 - overlast veroorzaken. Al zo’n 15 jaar is Herstelling de stad daarbij behulpzaam. Door eerst jongeren op de Stelling van Amsterdam werkervaring te laten op doen in het onderhoud van de forten. Vanwege de goede resultaten, meer dan de helft heeft weer aansluiting op de arbeidsmarkt gevonden, is het werkterrein in de loop der jaren verbreed. Nu kunnen ook bijstandsgerechtigden voor wie het zware werk op de forten fysiek niet geschikt is, met behulp van de methode-Herstelling in andere richtingen dan de bouw, metaal of groenvoorziening weer aan de bak komen. Zo stromen mensen vanuit Herstelling Horeca door naar cateringbedrijven of keukens in grote instellingen.
Niemand komt vrijwillig bij DWI/Herstelling, maar de afweerhouding verkeert vaak snel in betrokken verhoudingen tussen bijstandsgerechtigden en begeleiders. Waren zij eerder de loser thuis, op school en op straat, nu worden ze respectvol behandeld. En worden ze gecomplimenteerd met hun werk.
Naast ‘de rugzak’ hebben veel bijstandsgerechtigden een onvolkomen zelfbeeld. Dat komt tot uitdrukking in de introductieperiode van twee weken. Ze willen een baan die niet aansluit op de niet afgemaakte schoolopleiding. Bij die introductie worden ze met beide benen op de grond gezet. Ook hebben ze een onvolkomen beeld van wat het bedrijfsleven van werknemers eist. Daar worden ze bij DWI/Herstelling op voorbereid. Maar daarin zijn zij niet alleen. De meeste briefschrijvers getuigen ervan dat ze niet weten hoe het er in een vakopleiding en in het bedrijfsleven toegaat. Opruimen van werkplaatsen, schoonhouden van keukens, poetsen van schoenen, nietjes uit documenten halen, het hoort er bij elke baan bij. Daar begin je mee, voordat je tot het leuke werk wordt toegelaten. Als er in het bedrijfsleven hier geen aandacht voor is, hebben ze snel de Arbeidsinspectie of de Voedsel- en Warenautoriteit op bezoek. Om er maar van te zwijgen dat de clientèle wegblijft als in een restaurant borden niet goed zijn af gewassen of toiletten niet pico bello op orde zijn. Is dat nutteloos en vernederend?
Het valt niet uit te sluiten dat er ook wel eens wat mis gaat. Maar zo als het nu is voorgesteld, is het niet. De discussie over werken met behoud van uitkering laat zich maar moeizaam in het platte vlak van krantenpagina’s voeren. Die verdient beter. De Stichting Herstelling gaat daarom in januari in het praktijkcentrum aan de Laarderhoogtweg in Amsterdam Zuidoost een debat organiseren, met daaraan voorafgaand een rondleiding. Dan kan men een beter beeld krijgen van hoe het er in het echt aan toe gaat. Wie nu al meer wil weten kan ik de website www.herstelling.nl aanbevelen.
Jeroen Sprenger
voorzitter Stichting Herstelling
__________
Ingezonden brief naar de Volkskrant, gepubliceerd op 29 december 2013