Belasting herziening?
Denk ‘out of the box’!
De nieuwe uitdaging voor het kabinet-Rutte II is belastingherziening. De leidende gedachte is belasting op arbeid te verlagen om daardoor meer mensen aan het werk te helpen. Beter is het de BTW op investeringen in duurzame goederen te verlagen. Dat verhoogt de consumptie, langs die weg ook de productie en vervolgens de daaraan verbonden werkgelegenheid. ‘Out of the box’ denken biedt betere perspectieven en sneller soelaas dan het afstruinen van de gebaande paden.
Trouw’s politiek waarnemer Lex Oomkes voorziet in de uitdaging van de belastingherziening een nieuwe bananenschil voor het kabinet (25 maart 2015). De opvattingen over waar de accenten te leggen lopen tussen de verschillende partijen uiteen, terwijl er steeds meer nodig zijn om ook in de Eerste Kamer een meerderheid te verwerven. Een compromis zal dus moeizaam tot stand komen.
De voorstellen van de Belastingherziening 2001 zijn destijds binnen de Paarse coalitie niet eenvoudig tot stand gekomen. Ook toen liepen de opvattingen tussen PvdA, VVD en D66 uit elkaar, ondanks de hoofddoelstelling om het kabinets motto ‘Werk, werk, werk’ ook in een nieuw belastingstelsel tot uitdrukking te brengen. De relatieve welvaart omstreeks de millenniumwisseling maakte het echter mogelijk om circa 2,5 miljard euro aan ‘smeergeld’ in te zetten. Zo ging niemand erop achteruit. Zalm en Vermeend waren er erg kien op dat er geen ‘loonstrookjesproblematiek’ zou ontstaan.
In de huidige tijd is er sprake van publieke armoe en private rijkdom. Het rijk heeft dus nauwelijks geld om enig ‘smeergeld’ op tafel te leggen. De Nederlanders, in het bijzonder de ouderen, sparen veel, ondanks de lage rente op spaartegoeden. Het ligt daarom meer voor de hand binnen het stelsel van belastingen naar maatregelen te zoeken die particuliere bestedingen uitlokken. Recente voorbeelden daarvan zijn de belastingvrije schenking van een ton aan kinderen of vrienden en het lage BTW-tarief voor woningonderhoud. Slapend geld is zo in de economie gekomen en. Vreemd genoeg hebben deze maatregelen maar een beperkte levensduur mee gekregen.
Een argument tegen het activeren van slapend spaargeld kan zijn, dat de overheid daardoor belastinginkomsten derft. Maar dat is slechts schijn. Als het geld op de bank blijft staan, zijn er ook geen belastinginkomsten. Maar als de investeringen worden gedaan in bijvoorbeeld particuliere bouwproductie, komt er bijna direct een vliegwiel op gang die er voor zorgt dat verderop in de keten wel degelijk belastinginkomsten voor het rijk worden gegenereerd. Maar belangrijker is nog dat er direct mensen aan het werk gaan. Zolang het geld slaapt, blijven die effecten uit.
Een andere tegenwerping zou kunnen zijn dat ‘het niet mag van Brussel’. Echter, alle EU-landen kampen met een grote werkloosheid, in het bijzonder onder jongeren. Ook daar is de overheid arm. Het uitlokken van particuliere bestedingen kan ook daar tot een opleving van de economie leiden. Dus waarom zou zo’n plan in de EU niet haalbaar zijn?
Zet hier de belangrijkste nadelen van een belastingherziening langs de gebaande paden tegenover. Het is gezien de publieke armoe haast onmogelijk een politiek compromis te bereiken, dat niet nadelig uitpakt voor grote groepen belastingplichtigen. In ieder geval zal de ruimte om de belastingen op arbeid te verlagen, zodat het een impuls geeft aan de werkgelegenheid, uiterst beperkt zijn. Bovendien zal de doorwerking ervan op het aannemen van werknemers lang duren.
Leidende politici en hun waarnemers maken belastingherziening tot een obsessie. Als ze de tunnelvisie niet loslaten, komt de bananenschil, waarvoor Lex Oomkes, waarschijnlijk op hun pad. Een onorthodoxe benadering, out-of-the-belasting-boxen denken, kan dat voorkomen.
Jeroen Sprenger.
oud-directeur Voorlichting ministerie van Financiën
Opinie-artikel Trouw dd 31 maart 2015