De kleine wereld van
Jeroen Sprenger


De sprong over de eigen schaduw

… met het vizier op 2030/2035

 

Een beleidsvisie van ‘DOGRO doorbreekt dilemma’s’
–  In opdracht van de God van Nederland

 

Ter inleiding

Insecten groeien schoksgewijs. Jonge insecten groeien, met iedere vervelling. Deze stapsgewijze groei is nodig door de zeer geringe elasticiteit van het exoskelet, dat steeds afgeworpen moet worden om de insecten te laten groeien. Het groeien gebeurt vlak na de vervelling, het enige moment waarop het pantser zacht en rekbaar is. Larven vervellen meerdere malen, waarbij zij steeds groter worden. Sommige larven zien er per stadium iets anders uit. Zij blijven eten tot zij volledig zijn ontwikkeld en dan vindt de verpopping plaats. Na enige tijd komen de poppen uit, waarna de volwassen insecten tevoorschijn komen.

Samenlevingen groeien ook schoksgewijs. Meestal zijn er externe oorzaken die samenlevingen nieuwe kaders geven, waarbinnen zij zich verder ontwikkelen. Zo zijn in de Nederlandse samenleving tal van kenmerken te vinden, die hun oorsprong vinden in ‘externe’ oorzaken. De Franse tijd, het Wener Congres, de revolutiejaren 1848 en 1918, de Tweede Wereldoorlog en de Bezetting, het zijn allemaal externe gebeurtenissen die de nationale ontwikkeling hebben beïnvloed. Niet zelden zijn er van buitenaf knopen doorgehakt die de samenleving na het verdwijnen van de aanleiding voor de lieve vrede maar zo heeft laten zitten. Zoals het centraal bestuur, de burgerlijke stand, de ziektewet en het ontslagrecht. Ook het ‘poldermodel’, hoe Hollands ook, is een reactie op externe dreigingen, maar behoeft af en toe een ‘watersnood’ – zoals in 1953 of recenter in de jaren negentig - om menigeen van de betekenis ervan te doordringen. Wordt een samenleving ooit volwassen, zoals insecten? Er blijken steeds nieuwe externe factoren te zijn die het zinvol maken naar de eigen interne ontwikkelingen te kijken. Of er geen nieuwe ‘vervelling’ noodzakelijk is om adequaat op de nieuwe ontwikkelingen te reageren. Om te kunnen inspelen op de kansen die zij bieden. Of om eventuele dreigingen af te wenden.

De Tweede Wereldoorlog is in vele ontwikkelingen een ‘waterscheiding’. Onder de noemer van ‘dit nooit meer’ zijn er in tal van aspecten van nationale en internationale gemeenschappen nieuwe lijnen uitgezet. Zowel in binnenlandse als internationale verhoudingen zijn er ontwikkelingen in gang gezet, die tot op de dag van vandaag hun sporen hebben getrokken. Nu, 70 jaar later, kan worden gesteld dat die ontwikkeling veel goeds heeft gebracht, maar dat de kracht er vanaf is. De binnenlandse ontwikkelingen lopen vast op tal van externe ontwikkelingen, de internationale verhoudingen zitten muurvast met tal van institutionele afspraken die destijds zijn gemaakt. De wereldwijde bevolkingsgroei, de wereldhandel, klimaatontwikkelingen, kunnen binnen de bestaande verhoudingen maar moeizaam worden aangepakt. Gevestigde belangen willen binnen de bestaande instituties en regelgeving niet wijken voor de wensen van zogenaamde nieuwkomers. Het huidige ‘exoskelet’ van de nationale en internationale samenlevingen is niet langer elastisch genoeg. Het dient te worden afgeworpen. En te worden vervangen door een nieuw, dat de komende decennia nieuwe kansen biedt. Kansen op intern relatief harmonieuze samenlevingen die vreedzaam naast elkaar kunnen bestaan.

In de ontwikkeling naar zo’n situatie zullen vele mensen de moed moeten hebben over hun eigen schaduw heen te springen. Ze moeten bereid zijn een deel van hun huidige zekerheid op te geven in het vooruitzicht dat er nieuwe levensvatbare verhoudingen ontstaan, die ruimte bieden aan hun (klein)kinderen, aan hun buren, hun (handels)partners waar ook ter wereld. De denktank ‘DOGRO doorbreekt dilemma’s’ (DDrie) biedt in dit essay daarvoor op hoofdlijnen enkele visies aan. Voorafgaande aan Tweede Kamerverkiezingen wordt door de minister van Financiën de Studiegroep Begrotingsruimte ingericht. Daarin zitten de topeconomen van het rijk. De studiegroep wordt gevraagd een advies uit te brengen over de begrotingsdoelstellingen en de begrotingssystematiek in de volgende kabinetsperiode. Dit om het volgende kabinet, maar ook de politieke partijen, te ondersteunen in het maken van een goede afweging over het te voeren begrotingsbeleid. De verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen worden veelal daarop geënt. Het advies is niet specifiek op één partij gericht. Zo ook de adviezen van DDrie. Ze richten zich op alle verantwoordelijke politieke partijen met het oog op de ontwikkeling van een brede consensus, die als alternatief kan gelden voor de thans geldende fragmentarisering van politieke inzichten en opvattingen. Het DDrie-advies onderscheidt zich van het advies van de Studiegroep Begrotingsruimte in de bredere strekking en in de langere duur. Het richt zich niet uitsluitend vanuit financieel opzicht op de verschillende aspecten van de samenleving. En het reikt verder dan de komende kabinetsperiode. De nieuwe samenlevingen moeten op meer zijn gebaseerd dan financiële afspraken, de bouw ervan zal meer tijd vergen dan vier jaar.


Vingeroefening voor een alternatief PvdA-verkiezingsprogramma, najaar 2015, opgesteld voor het DOGRO-beraad, een groep van oud-politicologen uit de Doctoraal Werkgroep Politiek Gedrag van Grote Groepen (jaren zeventig)