Traditionele media rest slechts toekomst van 'creative destruction'
Charles’ Goed Nieuws Show
“De kracht van het businessmodel van traditionele media verdampt in razend tempo. Het vertrouwen van burgers in de gevestigde journalistiek daalt en is op een historisch dieptepunt beland. Ze naderen hun kodak-momentje, ze hebben het bordje ‘Doodlopende weg’ gemist.” Zo optimistisch als de ‘vrolijke dwarsligger’ Charles Groenhuijsen in ‘Optimisten hebben de hele wereld’ is over velerlei maatschappelijke ontwikkelingen, zo somber is hij over de bedrijfstak, waarin hij al zo’n 40 jaar zijn brood verdiend. Die geeft te veel aandacht aan de schaduwkanten en vergeet dat in evenwicht te brengen met wat er werkelijk gaande is. Eén van zijn vele voorbeelden ontleent hij aan Rutger Bregman van De Correspondent. We worden overspoeld, signaleert hij, met berichten over vechtpartijen, bestormingen en scheldkanonnades naar aanleiding van de komst van asielzoekers. “Ik heb geen voorpagina gezien over een bijeenkomst waar bewoners rustig met elkaar in gesprek gingen. Of over het zoveelste burgerinitiatief voor vluchtelingen.”
Goed nieuws is geen nieuws, is het aloude journalistieke adagium. Groenhuijsen overlaadt zijn lezers met tal van voorbeelden over recente ontwikkelingen die na een aanloopje in zijn ogen niet meer te stuiten zijn, over hun ‘tipping point’ heen zijn. Zoals eerder aartsvaders van de futurologie Fred Polak in bijvoorbeeld De nieuwe wereld der automatie (1958) en Chriet Titulaer in Huis (1989) en Kantoor van de toekomst (1991) schetst hij prachtige horizonten en levert nog een schatting van de financiële voordelen ervan. Hij kan de verleiding niet weerstaan ze bij elkaar te tellen. “Zo’n €170.000 miljard. Dat is meer dan tweemaal de huidige wereldeconomie.” Relativerend voegt hij eraan toe: “Dit bedrag is een grove indicatie.” Maar dit mooie nieuws krijgen we in de traditionele media niet te lezen.
Het is verleidelijk alle voorbeelden kritisch na te lopen. Ik beperk me tot één. Groenhuijsen schetst de opbrengst van meer vrouwen op de arbeidsmarkt. “Een bescheiden rekensom komt uit op €10.000 miljard. No small change…” Maar is het nu zo dat vrouwen die niet in het arbeidsproces zitten, niets toevoegen? De economische waarde van hun inzet in huishouden en opvoeding wordt pas economisch zichtbaar als kinderopvangmedewerkers en schoonmakers dat werk gaan overnemen. Niets mis met meer vrouwen meer aan het werk, maar wel met Groenhuijsens verlies- en winstrekening.
De reeks rooskleurige technologische ontwikkelingen voelt bijna net zo wee aan als de eveneens eindeloze klaagzang over de somberheid van de traditionele media. Voor hen heeft Groenhuijsen slechts één half lichtpuntje. “Consumenten betalen wel voor online kwaliteit: The Economist doet het heel goed. Kwaliteitskranten als New York Times en Wall Street Journal ook. En in Nederland De Correspondent.” Voor het overige ziet Groenhuijsen “Nederlandse dagbladen goede dingen doen maar geen model hebben gevonden zonder print als bedrijf te overleven.” Hoop heeft hij er ook niet op. “Nou ja, dan maar niet. Creative destruction weet u nog? Ook dát is een Tipping Point.”
Jeroen Sprenger
Eerder gepubliceerd op Villamedia, website over journalistiek
Charles Groenhuijsen, Optimisten hebben de hele wereld, 96 redenen om opgewekt naar de toekomst te kijken. Einstein Books, Den Haag 2017, 371p, hardcopy €20,=, smartbook (prijs onbekend)