De kleine wereld van
Jeroen Sprenger

In Memoriam

Salvador Bloemgarten en stamboomonderzoek

De op 29 oktober 2017 overleden ‘biograaf van het Joodse proletariaat’ Salvador Bloemgarten (1924) hechtte groot belang aan stamboomonderzoek als basis voor  zijn grote biografieën over Henri Polak (1993) en Hartog de Hartog Lémon (2007). Omgekeerd hebben veel stamboomonderzoekers baat gehad bij zijn schetsen van het Joodse leven rondom de wisselingen van de achttiende naar de negentiende en van de negentiende naar de twintigste eeuw. Zij bieden een kleurrijke achtergrond voor de levensbeschrijvingen van hun voorouders.

“De historicus die probeert een biografie te schrijven van een belangrijk mens, vangt zijn arbeid doorgaans aan met een speurtocht naar diens familieverleden”, schreef Bloemgarten in Misjpoge 1991 nr 2. Direct er achteraan relativeerde hij zijn opvatting: “Er zijn tegenwoordig nog maar weinig biografen die menen dat de unieke bijdrage van de te portretteren persoon aan de ontwikkeling van de menselijke samenleving, geheel valt te verklaren uit erfelijke factoren en milieu-invloeden.” Wat overigens niet wegneemt dat hij welhaast minutieuze stambomen van zijn hoofdpersonen in zijn biografieën heeft vervlochten. In een tijd zonder internet, zonder digitaal te raadplegen informatiebronnen, was hij daarvoor aangewezen op ouderwets archief onderzoek. Ook deed hij voor het boek over Hartog de Hartog Lémon een beroep op derden, onder wie de leden van de NKvJG. “Het genealogische deel van het onderzoek”, zo liet hij in Misjpoge weten, “levert nog vele onopgeloste vragen op. In de hoop dat lezers van dit tijdschrift mij behulpzaam willen en kunnen zijn bij het oplossen van deze vragen, geef ik er hierbij een overzicht van.” Het ging hem om de geboorte- en trouwdatum van zijn vader, om de mogelijke verwantschap van zijn vrouw Femmetje / Vrouwtje Cohen met de tabakshandelaar Benjamin Cohen, om zijn familierelatie met Marianne de Lemon en om meer informatie over zijn kinderen. Naar verluidt zouden er vier zijn, maar tot op het moment van zijn oproep had hij nog slechts één zoon kunnen achterhalen.

 De oproep was maar gedeeltelijk succesvol. Met name Odette Vlessing van het Gemeentearchief (nu Stadsarchief) Amsterdam was hem behulpzaam. Zo kwam hij op het spoor van de ondertrouwacte van vader Hartog Marcus (de Lémon) en moeder Matje Josephs Boas. (zie illustratie boven) Maar op de andere vragen verging het hem tot zijn teleurstelling ‘als oude ontdekkingsreizigers’ die zich genoodzaakt zagen op de landkaarten hele stukken wit te laten. “Zo is het mij niet gelukt te ontdekken wat Lémons vader voor de kost deed. En evenmin kon ik met zekerheid vaststellen of zijn vrouw familie was van de tabaksplanter en bankier Benjamin Cohen. Buitengewoon frustrerend vind ik de constatering dat het mij niet is gelukt een ook maar enigszins afgerond beeld te vormen van Lémons privébestaan”.

 Wat zou een gerenommeerd archiefonderzoeker als Bloemgarten aanvullend hebben kunnen vinden als hem de digitale hulpmiddelen en bronnen, zoals we die nu kennen, ter beschikking hadden gestaan? Iedereen kan leren spelen op een elektronisch orgel, maar de echt geschoolde pianist haalt er meer,  dan de minder getalenteerde bespeler. Zoekend in WieWasWie wordt er meer bekend van bijvoorbeeld zijn kinderen. Er is een getrouwde dochter Ester (1786-1859), een getrouwde zoon Merkus (1783-1825) en een ongetrouwde zoon Joseph (1789-1830). Merkwaardig genoeg is de zoon van wie Bloemgarten wel wat wist te achterhalen, Jacob, niet via WieWasWie te vinden. De digitalisering van veel archieven mag dan veel minder arbeidsintensief de toegang tot informatie openen, maar alle antwoorden worden nog niet gegeven. Zou Bloemgarten met de nieuwe gegevens meer hebben kunnen doen?

Hartog de Hartog Lémon (1755-1823) en Henri Polak (1868-1943) hebben in hun actieve periode geijverd voor emancipatie van de Joodse bevolking. Lémon binnen de samenleving rond 1800 zowel voor gelijkberechtiging van Joden ten opzichte van andere – christelijke - burgers, maar ook binnen de Joodse gemeenschap van het proletariaat ten opzichte van de elite. Als armendokter kende hij de zorgen van het proletariaat van nabij en ervoer hij het handelen van de leiding eerder als bevoogdend dan als stimulerend. De biografieën zijn in omgekeerde volgorde geschreven, maar Polak lijkt baat te hebben gehad van de bevrijding die Lémon mede heeft bevorderd. “Uit de genealogie van Henri Polak kan men opmaken dat er een duidelijke neiging bestond, eerst aan moeders- en vervolgens aan vaderszijde, om zich los te maken uit de situatie waarin anno 1800 het gros der Amsterdamse joden verkeerde: die van de straatarme, aan werelds en kerkelijk gezag onderdanige lompenproletariërs, die de kluisters van het ghetto willen verbreken en zich willen emanciperen naar gegoede, ontwikkelde en zelfbewuste middenstand.”

Lémon is de eerste Joodse parlementariër, Polak het eerste sociaaldemocratisch lid van de Amsterdamse gemeenteraad. Beiden gaat het niet uitsluitend om materiële en maatschappelijke verheffing, maar ook om culturele verheffing. De door Polak opgerichte Algemene Nederlandse Diamantbewerkers Bond (ANDB, 1894) heeft zich bijvoorbeeld enorm ingespannen de leden de schoonheid van de ‘burgerlijke cultuur’ te leren inzien. Het bondskantoor, nu bekend als De Burcht van Berlage aan de Amsterdamse Henri Polaklaan, is er uitdrukking van.

Heeft Bloemgarten zich vereenzelvigd met de door hem beschreven persoonlijkheden? “Zelf beschouw ik me als ‘onder andere een Jood’. Het Joodse vormt natuurlijk niet je hele identiteit. Je hebt verschillende identiteiten.”  Of heeft hij zich juist aangetrokken gevoeld tot deze persoonlijkheden, omdat zij zo goed aansloten bij zijn eigen inzichten?

De redactie van Misjpoge had in beginsel een afspraak met Bloemgarten voor een vraaggesprek over de biografie waaraan hij de laatste hand aan het leggen was. Dan zouden deze vragen aan de orde hebben kunnen worden gesteld. Dat vraaggesprek zou plaatsvinden na de viering van het NKvJG-lustrumviering, half september 2017. Maar toen was hij al te verzwakt. Komt het ooit nog tot een publicatie? Zijn persoonlijke levensgeschiedenis zou een mooie aanvulling kunnen zijn op zijn biografisch oeuvre.

 

Jeroen Sprenger

Eerder gepubliceerd in Misjpoge, Jaargang 31, nr 1

 Geraadpleegde literatuur

Salvador Bloemgarten – Henri Polak en zijn Misjpoge, in: Misjpoge 1991 nr 2, pagina 33-40

Salvador Bloemgarten, De burgerlijke gelijkstelling van de Joden in 1796, in: Misjpoge 1991 nr 3,

pagina 88-91

Salvador Bloemgarten, Henri Polak, sociaal-democraat, 1868-1943, Den Haag, 1993


Salvador Bloemgarten - Wie was H. de H. Lemon? In Misjpoge 1999 nr 3, pagina 77-91

Samenvatting van de lezing ‘Joodse Patriotten tijdens de Bataafse Republiek en de Franse tijd (1795-1813)’ door Salvador Bloemgarten. gehouden op 14 juni 2009, in: Misjpoge jaargang 22, 2009-4, pagina 146-147

 Salvador Bloemgarten - Hartog de Hartog Lémon, 1755-1823, Joodse revolutionair in Franse Tijd, Amsterdam 2007