Cor Hogenhout
Brest-dagboek, september 1941
Maandag 1 september 1941 – Aan de barakken gewerkt. Ons wordt meegedeeld dat de grote barak weer verplaatst moet worden.
Dinsdag 2 september 1941 – Werk als voren. Enige Hollandse vlechters die op het terrein werken, gaan donderdag met verlof. Een van hen, een Rotterdammer, wil brieven voor ons meebrengen. Na het eten slaat de gehele kamer aan het schrijven. Resultaat is dat ik 7 brieven meekrijg om mee te geven.
Woensdag 3 september 1941 – We krijgen opdracht een klein kuiltje te maken voor de aansluitingen der elektrische geleidingen. Een soort krachtstation. Het hout moeten wij bij elkander stelen, maar tegen de avond is het geval toch gereed.
Donderdag 4 september 1941 – Het interieur van het krachtstation werk ik nu af, vier schakelkasten moeten aan de wanden worden bevestigd. Enige OT-mannen zijn begonnen de grote barak te slopen. Zij doen dit met houwelen, hetgeen tot gevolg heeft dat er nogal eens een spaan afvliegt. Wij hebben er gemak van, wat zij doen behoeven wij niet te doen.
Vrijdag 5 september 1941 – De barak ligt geheel tegen de grond. De nachtploeg van de OT heeft alles gesloopt. Wij beginnen maar het hout over te dragen, maar tegen half negen komen enige OT-mannen ons helpen, met gevolg dat ’s avonds alles overgedragen wordt naar de plaats waar de barak nu wordt opgebouwd. Voor hoelang?
Zaterdag 6 september 1941 – Andere timmerman ziek. Ik werk tot 1 uur en ga inkopen doen in Brest. Eerst naar de kapper om mijn haar te laten knippen. In een bekend café ontmoet ik mijn zieke collega, die de barak was uitgestuurd door de Lagerführer. Een andere timmerman die ook ziek was, mocht thuis blijven. Na mijn inkopen gedaan te hebben keerden wij met de autobus van het Arsenal naar ons Lager terug. Daar aangekomen wordt ons meegedeeld, dat wij de Union-barak moeten verlaten. Wij moeten plaats maken voor Duitsers (Stamleute). Ons wordt een andere barak aangewezen, die verkeert echter in zo’n toestand, dat wij eenparig besluiten nog een nacht in de oude barak te blijven en morgen niet te werken om de barak een enigszins behoorlijk aanzien te geven. Een kamergenoot wil al terstond verlof aanvragen om niet meer terug te komen.
Zondag 7 september 1941 – Tot 2 uur in de middag hebben wij met vier man gewerkt en smaken het genoegen de barak tamelijk bewoonbaar te maken. We gaan gezamenlijk naar Brest en hebben nog een prettige middag. We doen onder andere enige inkopen op de markt en maken nog een foto van een der luitjes met een oud vrouwtje op een bank naast zich. Thuis gekomen maken wij kennis met twee Friese jongens, die ook bij ons op de kamer slapen.
Maandag 8 september 1941 – We krijgen nog vier Friese jongens op de kamer, een fijn stelletje. Een gaat met zijn werkgoed in bed. We maken hem erop bemerkzaam dat we daar geen genoegen mee nemen. Hij begrijpt niet wat wij daarmee te maken hebben.
Dinsdag 9 september 1941 – Op de kamer moeten wij zelf verschillende dingen in orde maken, onder andere de verduisteringslichten enz. De Lagercommandant meent dat wij dat wel zelf kunnen omdat we toch timmerlieden zijn. Op de Baustelle kunnen wij het benodigde materiaal wel machtig worden. Ik denk onwillekeurig aan een huiseigenaar van vroeger, die niets aan de woning liet repareren, omdat Vader[1] op de houtwerf was en ik timmerman was.
Woensdag 10 september 1941 – Op het werk komt een Spanjaard naar me toe en vraagt een bijl of een beitel te leen. Ik vraag hem wat hij ermee moet uitrichten, want die mensen mag je niet teveel vertrouwen schenken of er vriendschappelijk mee omgaan. Het blijkt dat hij een scheepje wil maken om zijn barak mee op te sieren. Una minute, un chiso, vraagt hij mij, om een barca te maken. Van hem verneem ik dat er drie categorieën Spanjaarden werken. Ten eerste de onwilligen die 200 franc per 15 dagen krijgen, ten tweede degenen die hoewel geïnterneerd, zich vrijwillig voor arbeid opgaven en dan de geheel vrije Spanjaarden die uit Spanje gekomen zijn zoals de andere nationaliteiten. De twee laatsten verdienen meer dan de eerste.
Donderdag 11 september 1941 – Er moet overgewerkt worden maar wij, de timmerlieden, gaan op de gewone tijd naar huis, hetgeen ons enige uren kost, maar de barak moet verder ingericht worden anders neemt de Lagercommandant maatregelen.
Vrijdag 12 september 1941 – Ons werk loopt aan de Kriegshaven ten einde. Enige kleine werkzaamheden moeten nog verricht worden. Als het werk op tijd gereed is, zal een premie worden uitbetaald. Dit laatste slaat op het werk aan het dok.
Zaterdag 13 september 1941 – Werk als voren. Einde der dag is 4 uur. Een schrijven van de ANB[2] om lid te worden.
Zondag 14 september 1941 – Vrije zondag genomen. De Friezen verlaten ons, zij gaan naar een ander Lager. Dit houdt hoogstwaarschijnlijk verband met het streven der leiding het Lager speciaal voor Duitsers in te richten. Wij verwachten dan ook elke dag bevel te krijgen op te breken.
Maandag 15 september 1941 – Geen bijzondere gebeurtenissen. Nog steeds Kriegshaven.
Dinsdag 16 september 1941 – Arsenal.
Zondag 21 september 1941 – Wij krijgen weer nieuwe kamergenoten. Naar de mis geweest en op het dorp ontbeten. Het gaat moeilijk nog wat eten te bekomen. Omdat ik goed bekend ben met de luitjes krijg ik het nog. ’s Middags foto’s gemaakt. H. heeft een toestel mee gebracht uit Holland. Een der jongelui komt vrolijk thuis, wat wij van hem niet gewend zijn.
Maandag 22 september 1941 – De Rotterdamse vlechter is nog niet terug, hopelijk dat hij de brieven over de post zal sturen. Werk op het Arsenal.
Dinsdag 23 september 1941 – Werk Arsenal, aan de dokdeuren.
Woensdag 24 september 1941 – Werk Arsenal, aan de dokdeuren.
Donderdag 25 september 1941 – Werk Lagerplaats. Bergplaats voor kolen.
Vrijdag 26 september 1941 – Van Biemen komt mij helpen. ’s Middags naar de markt.
Zaterdag 27 september 1941 –.Van Biemen werkt niet. Tot vier uur gewerkt. In Brest inkopen gedaan. Geweldige regen.
Zondag 28 september 1941 – Heden gewerkt. In de Rue Monge nog even naar de mis geweest. Twee maal luchtalarm. ’s Avonds laat komen vier luitjes flink aangeschoten thuis. Ze meenden tot besluit van de vrolijke dag nog wat schunnige liedjes te moeten zingen. De oudste der heren gaf hierbij de toon aan. Het was 12 uur voor alles te ruste was.
Maandag 29 september 1941 – Werk op de Lagerplaats. Niet veel te doen. Franse smid is weer teruggekomen van verlof. Hij is niet naar Biarritz gegaan zoals hij toenmaals voornemens was. In de kantine variété.
Dinsdag 30 september 1941 – Kennisgemaakt met een Rus. Hij heeft gewoond in Brussel, spreekt enigszins Vlaams, Frans en Duits. Heeft ook drie jaar in Amerika gewoond.